Een landbouwer daagt een ingenieur, een fysicus en een wiskundige uit om de grootst mogelijke oppervlakte af te bakenen met de kleinst mogelijke omheining.
De ingenieur stelt een omheining in cirkelvorm voor. Dat is de meest efficiënte vorm, beweert hij.
De fysicus bouwt een omheining volgens een rechte lijn die oneindig doorgaat en bakent daarmee de helft van de aarde af.
De wiskundige moet even lachen en overtreft de anderen ruimschoots met zijn oplossing.
Wat is de oplossing van de wiskundige?
Oplossing:
De wiskundige bouwt een kleine omheining rond zichzelf. Hij beweert dat hij aan de buitenkant van de omheining staat en dat hij zo de rest van de aardoppervlakte heeft afgebakend.